Een waterontharder werkt als een soort filter die je water zachter maakt. Met behulp van een met natrium geladen harskern worden calcium en magnesium (kalk) grotendeels uit het water gehaald. De harskern bestaat uit vele kleine harsbolletjes. De harsbolletjes binden zich met de kalk en staan vervolgens natrium af. Zo krijg je zacht water. Wanneer de harsbolletjes verzadigd zijn, houden ze op te werken en moet de filter worden gespoeld. Dit spoelen, ook wel regenereren genoemd, is tijd- of volumegestuurd en gaat automatisch. Voor het spoelen moet je de ontharder vullen met onthardingszout. Tijdens het spoelen veranderen de met kalk verzadigde bolletjes in met natrium geladen harsbolletjes, wat de harskern weer schoon maakt.